Er bestaan twee soorten duiven in Amsterdam

Ik fiets door Amsterdam West. Het is al bijna twaalf uur ‘s middags en dat is later dan ik zou willen. Daarom fiets ik flink door. Bijna rijd ik een duif aan. Hij landde op het fietspad, een paar meter voor me en kijkt niet op of om terwijl ik mijn leven waag om het zijne te redden. Met een schurend geluid kom ik tot stilstand. Boos kijk ik naar de duif. Let dan ook op, denk ik. Maar de duif heeft mij helemaal niet gezien. Hij is zich van geen kwaad bewust.

Dit is niet de eerste keer dat iemand zijn leven voor hem waagt, denk ik. De duif heeft allebei zijn pootjes nog en dat is een zeldzaam fenomeen voor een duif in deze stad. Al weet hij dat zelf niet.

Er bestaan twee soorten duiven in Amsterdam. De duif voor mijn neus behoort tot de eerste soort. Deze duif is hoogstwaarschijnlijk nog jong. Hij maakt zich amper zorgen en is gelukkig. Gelukkig, omdat hij de stad nog niet begrijpt. Veel mensen zullen zijn roekeloosheid opvatten als brutaliteit, maar die mensen snappen het niet. Het is geen brutaliteit, het is onwetendheid. Tot nu toe kwam hij alleen mensen tegen zoals ik. Mensen die bereid zijn te stoppen zodat hij kan oversteken.

De tweede soort is ouder. Ook vaak dikker. Voorzichtiger, maar minder gelukkig. Zijn pootjes zijn verminkt of soms zelfs helemaal weg. Hij kent de stad. Hij kent de mensen. Hij houdt nog van de stad, maar niet meer van de mensen. Hij gaat ze uit de weg, omdat hij beter weet. Nog een enkele keer waagt hij zich op een fietspad, op een goede dag, maar hij is altijd op zijn hoede. Als er een fietser aankomt, snelt hij weg.

Terwijl ik doorfiets blijf ik aan de duif denken. Ik ben blij dat ik hem gered heb. Misschien kom ik hem over een paar jaar wel weer tegen. In onze stad. Al zou ik hem waarschijnlijk niet meer herkennen zonder pootjes.

Leave a comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *