Een (niet zo) serieuze meneer

Ik zit in een cafeetje te werken. Het is rustig, iedereen is aan het werk. Een man vraagt aan me of hij naast me mag zitten. Natuurlijk mag dat. De man gaat gekleed in een lange zwarte mantel en heeft een donkere, enigszins versleten aktetas bij zich. Apple EarPods in zijn oren, gelakte puntschoenen aan zijn voeten. Serieuze meneer.

Hij komt naast me zitten en klapt zijn laptop open, perfect gepositioneerd dat ik moeiteloos kan meekijken op zijn scherm. Maar dat doe ik natuurlijk niet.

Alleen af en toe heel eventjes.

Ik observeer de geopende tabbladen in zijn browser die elkaar in rap tempo afwisselen. Ik concludeer al snel dat mijn analyse klopt: het blijkt inderdaad een serieuze meneer. De man leest aandachtig een aantal artikelen uit verschillende Nederlandse kwaliteitsdagbladen. Het zijn precies het soort artikelen die ik zelf jammer genoeg op de een of andere manier nooit helemaal volhoud tot het einde, omdat ze – laten we eerlijk zijn – veel te langdradig zijn en gaan over veel te moeilijke onderwerpen. Na het leesuurtje vindt meneer het tijd voor iets anders. Er verschijnt er een website vol met grafieken en cijfertjes op zijn scherm. Overal flikkeren rode en groene balkjes. De man bekijkt ze aandachtig.

Af en toe een knikje, af en toe een zucht.

Maar dan. Net op het moment dat ik me écht compleet geïntimideerd begin te voelen, tilt hij zijn vingers in de lucht. Langzaam beweegt hij ze naar zijn mond. Verdacht, denk ik, want ze houden geen kopje vast. Heel even hoop ik dat hij gewoon jeuk aan zijn kin heeft, maar die hoop verdwijnt als sneeuw voor de zon als hij zonder enige aarzeling zijn vingers in zijn mond stopt. De marteling begint.

Mijn marteling, maar vooral die van zijn nagels. Ik heb met ze te doen, die arme nagels. Er is zo te zien al weinig van ze overgebleven door voorgaande knaagsessies, maar dat houdt deze man duidelijk niet tegen. Hij is onverbiddelijk. Één voor één moeten ze eraan geloven.

Een half uur lang knaagt en knabbelt de man een eind weg. De schaamte voorbij, alsof zijn leven er vanaf hangt. Ondertussen sterf ik naast hem duizend doden. Ik twijfel een paar keer om er iets van te zeggen. Maar dat is natuurlijk vreselijk overdreven. En wat zeg je tegen zo iemand? ‘Meneer, kunt u alsjeblief even stoppen met die gore geluiden, ik probeer te werken.’ Beter van niet.

Ik fantaseer over manieren om hem af te leiden van zijn geknaag. Misschien kan ik hem afleiden door een tabblad met realtime koersen te openen op mijn laptop en deze dan langzaam zijn richting te draaien. Of misschien kan ik zijn aandacht weglokken door met een kwaliteitskrant voor zijn neus te wapperen.

Mijn plannen voor mogelijke afleidingsmanoeuvres worden gestaakt als de man besluit een tandje bij te zetten. Een orchestra van smakgeluiden komt op gang. Ik moet ik me ernstig bedwingen om de EarPods in zijn oren er niet uit te grissen om ze vervolgens ter zelfbescherming in mijn eigen oren te stoppen.

Ik denk terug aan de tijd dat ik op de basisschool zat en de gewoonte om op je nagels te bijten zich onder mijn klasgenoten verspreidde alsof het de pest was. Dat waren betere tijden. Toen was er gewoon Bite-X: een klein potje met daarin een goedje dat je op je nagels smeert, waardoor ze een nare chemische smaak krijgen. Zo wordt ieder moment dat je weer de behoefte voelt om aan het bijten te slaan, afgestraft met een vieze smaak die zo’n vijf minuten in je mond blijft hangen. Prima oplossing, zou je denken, maar ik herinner me vervolgens ook meteen dat één van mijn nagelbijtende klasgenootjes mij ooit vertelde dat dit soort middeltjes bij haar niet hielpen, aangezien de slechte gewoonte inmiddels zó erg zat vastgeroest in haar dagelijkse doen, dat ze gewoon steevast door de vieze smaak heen beet. Iedereen die dit goedje ooit geproefd heeft, weet wat voor diehard je dan bent.

De man naast mij leek me nou precies zo’n diehard.

Ik kijk nog eens naar hem. Hij is nog steeds bezig, zich totaal niet bekommerend om zijn omgeving. Ik vond hem een stuk leuker toen hij me nog gewoon intimideerde in plaats van in koelen bloede martelde. Ik mag met mijn studentikoze inkomen dan wel niet in staat zijn om Apple EarPods aan te schaffen of een abonnement te nemen op drie verschillende kranten; mijn nagels hebben een normale lengte en zijn niet voorzien van vieze kartelrandjes. Ze leven een vrij leven, worden niet gemarteld. Net zoals mijn omgeving.

Leave a comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *